Als ik de keuken binnen kom, vang ik een paar woorden op van een gesprek tussen vader en zoon. ‘Heb je onze maïs gezien bij L.., zo goed heeft hij er nog nooit bij gestaan. Ik denk dat hij wel drie meter hoog staat en dan zit de pluim er nog niet eens in. Zo hoog als het plafond hier hè”. In hun enthousiasme hebben ze nauwelijks in de gaten dat ik, een beetje gniffelend, voorbij loop. Mooi wel die interesse van onze vijftienjarige in het bedrijf en het werkt aanstekelijk, beide overdrijven de hoogte van de maïs enigszins.
Onze beide zonen denken erover het melkveebedrijf later over te nemen. Goed als je vijftien of dertien bent, kun je daar echt nog niet alles over zeggen. Maar de jongens werken steeds meer mee en tonen echt belangstelling, zowel in de dieren als ook op het land. En hoe onbevangener zij daar in staan, hoe lastiger ik het vind. Want moet je het juist aanmoedigen die plannen om boer te worden, of gewoon zijn gang laten gaan of zelfs afraden. Zo zeker is een toekomst als boer hier immers niet.
Er gebeurt veel en tegelijk ook weer niks. Voor ons voelde het de laatste tijd wat rustiger. De boerenprotesten zijn alweer een tijd geleden. Maar sinds de val van het kabinet, merk ik toch weer meer onrust bij mezelf. Want welke partijen gaan straks regeren als er eind oktober verkiezingen komen? Er zijn opties denkbaar die het voortbestaan van boerenbedrijven nog meer op losse schroeven zetten.
Pas presenteerden onder andere LTO en NAJK een stikstofplan om Nederland van het stikstofslot te krijgen, waarbij gedwongen bedrijfs beëindiging niet ondenkbaar was. Wat moet ik daarmee? De onzekerheid voor de boeren duurt lang en het proces bij mezelf gaat in verschillende fases, van verbazing naar ontkenning, van boosheid naar onverschilligheid.
Onlangs sprak ik een veehouder die alle Tweede Kamer debatten over landbouw luistert, ik stel me dan voor dat je met koptelefoon op door de stal loopt. Zelf zou ik dat niet trekken, er ongelukkig van worden, denk ik. Ik lees wel van alles, zoals in de zaterdag editie van de NRC het dubbel interview met Frans en Johan Vollenbroek (ja echt, er is er nog één). Dat Johan met zijn MOB Nederland zo’n beetje in de stikstoftang heeft. Met een veelheid aan rechtszaken drijft hij veehouders en vooral PAS-melder tot waanzin. Hardwerkende mensen die buiten hun schuld om in deze situatie zitten, stuitend vind ik het. De werkwijze van het MOB heeft trouwens wel heel veel weg van de Vereniging Milieu-Offensief van Volkert van der G, maar dat terzijde. Toch wilde ik het interview lezen (de nieuwsgierigheid wint) en ik werd bevestigd in mijn vooroordeel, ik vind het nog steeds een hele nare man, die Johan.
Een geluk bij een ongeluk, onze jongens lezen het liefst niet, of zo weinig mogelijk. Van Johan Vollenbroek hebben ze misschien nog wel nooit gehoord en Tweede Kamer debatten luisteren ze al helemaal niet. Dat is ook goed, om straks te gaan doen wat je hart je ingeeft en daarna pas bedenken hoe je dat dan het beste in kunt passen. Ik moet ze al helemaal niet opzadelen met al mijn twijfels. En mocht het hier niet lukken, er zijn wel meer plekken (bijvoorbeeld in het buitenland) waar je koeien kunt houden en misschien als het meezit, wordt de maïs daar ook wel drie meter hoog, minstens.
Sinds 2017 hebben wij een melktap op onze boerderij. Mensen kunnen hier zelf verse rauwe melk kopen. De verse melk wordt enkel gekoeld en geroerd net als in de grote melktank. Door één euro in de automaat te gooien komt er precies één liter melk uit.
We zijn de tap begonnen omdat we graag wilden vertellen waar we op onze boerderij zoal mee bezig zijn. Daarnaast is verse melk een bijzonder product dat veel gezonde voedingsstoffen bevat. De extra verdienste is dus niet het belangrijkste, daar is het ook te weinig voor daarnaast gaat er best veel werk inzitten (vullen en schoonmaken).
In het begin verkochten we weinig melk, bij 50 liter in de week hield het wel op. En je hoeft geen rekenwonder te zijn om te weten dat dat niet uit kan. Dus hebben we maar wat reclame gemaakt, via Facebook en ook zelf een bord geschilderd ‘tap hier uw verse melk’ en aan de weg gezet. Deze laatste moest na een paar jaar op straffe van een dwangsom van de provincie (we wonen aan een provinciale weg) onmiddellijk weggehaald worden. Het zou de automobilisten teveel afleiden. (De echte reden is denk ik dat ze de willekeur aan agrarische protestborden zat waren, maar dat terzijde).
Inmiddels verkopen we meer melk gelukkig. Vooral sinds de coronacrisis, zit er een stijgende lijn in. En wie zijn dan die melktappers? De één komt omdat ze direct van de boer willen kopen, de ander omdat het goedkoper is dan in de supermarkt. Veel mensen vinden het veel lekkerder of doen het omdat het gezonder is, maar ook sinds de boerenprotesten om ons te steunen. En sommigen vinden het leuk om als ze er toch zijn, even om de hoek te kijken bij de koeien, om de varkens en de schapen te zien en hun kinderen even uit te laten.
Mensen met een heel diverse achtergrond, veel mensen uit Nederland natuurlijk. Maar voor een boerenerf is het een behoorlijk multi culturele bedoening hier met mensen uit Polen die hier (tijdelijk) werken, Oekraïners, maar ook uit Syrië, Marokko, Armenië, ….
Omdat het een soort zelfbedieningswinkeltje is, spreek ik lang niet iedereen, maar mensen helpen elkaar om uit te leggen hoe de automaat werkt. Soms levert dat bijzondere ontmoetingen op. En
Het is bijzonder om te horen wat iedereen met de melk doet, wat ze ervan maken (diverse soorten kaas, yoghurt, kefir, toetjes, etcetera).
Maar nu per 1 januari 2025 is het verplicht voor de melktaps, (een schatting is dat er rond de 200 in Nederland zijn), hun verse melk elke maand bacteriologisch te laten testen. De reden is dat er volgens het ministerie van VWS teveel gezondheidsrisico’s aan het drinken van verse melk zouden zitten.
Met deze redenatie wordt vergeten dat het nu al verplicht is voor ons om op de automaat te vermelden dat de melk voor gebruik gekookte dient te worden. Als je dat doet dan is er geen risico meer. Daarnaast weet ik niet hoeveel mensen er daadwerkelijk ziek zijn geworden van het drinken van verse rauwe melk.
Hoe dan ook, wij gaan voorlopig door met onze melktap en zullen dus maandelijks onze melk laten testen à €150 per maand. Hiervoor zal de prijs van verse melk in onze tap dus wel omhoog moeten, naar €1,20 per liter. En dat reclamebord wordt gewoon weer teruggezet in ons weiland.
Maar toch is het:
Jammer voor veel mensen die het soms toch al niet breed hebben en nu meer moeten betalen
Jammer omdat er nu veel melktaps dicht zullen gaan, omdat het financieel niet uit kan
Jammer omdat ik dacht dat (boerderij) winkeltjes juist gepromoot zouden worden (korte keten)
Jammer omdat het zinloos en betuttelend is
Het enige voordeel van deze nieuwe wetgeving is dat inmiddels bijna heel Nederland weet wat een melktap is. Wilt u ook eens proeven hoe lekker die melk is, u bent van harte welkom.
‘Ik zou wel een kindje lusten*’
Dit is de titel van een boek dat ik graag aan mijn kinderen voorlas. Het gaat over een jonge krokodil die van zijn ouders bananen te eten kreeg. Maar het krokodilletje wilde geen bananen, hij wilde graag een kindje eten.
Vorige week is er een scholier onderweg naar school van de fiets gevallen (Woudenberg) en werd toen omringd door een roedel van zeven wolven. Gelukkig kwam er op tijd een automobilist aan die de wolven kon verjagen. Dit liep dus redelijk goed af, al kan ik me zo voorstelen dat het behoorlijk angstige momenten moeten zijn geweest voor deze scholier. Als die automobilist niet toevallig op het juiste moment op de juiste plek was geweest, was het waarschijnlijk heel anders afgelopen.
Ik verbaas me erover dat dit voorval niet veel groter in de media was. Een groot deel van de wolven liefhebbers heeft het liever niet over dit soort aanvaringen tussen wolven en mensen. De wolf zou namelijk schuw zijn en mensen mijden. Maar niets blijkt minder waar te zijn, alleen dit jaar al zijn er drie aanvaringen geweest tussen wolven en kinderen (ook twee op landgoed Den Treek bij Leusden). Tot nu toe is dat nog steeds goed afgelopen, maar hoe lang nog? Het is niet de vraag of het een keer misgaat, maar wanneer dat zal zijn.
Twee weken geleden was er een wolf die in Ede een schaap aanviel op een paar meter afstand van de schaapsherder. Deze wilde zijn schaap beschermen en gaf de wolf een trap in zijn ribben waarna de wolf afdroop. Om maar aan te geven dat de wolven toch niet zo schuw zijn als menig wolven liefhebber wil doen laten geloven.
Op de website van BIJ12, kunt u zien dat er de laatste paar jaar steeds meer aanvallen van wolven zijn, dit aantal verloopt exponentieel. De meeste aanvallen vinden plaats in deze tijd van het jaar dus het grootste deel van 2024 staat hier nog niet bij.
Van elke wolvenaanval die gemeld wordt bij Bij12 wordt een monster genomen uit de bijtwond van het aangevallen dier. Uit het DNA dat hier gevonden wordt, kan dan worden opgemaakt of het om een aanval van een wolf of bijvoorbeeld een hond of ander dier ging. Ook kun je zien welke wolf het was (ze krijgen een nummer). Zo blijkt, dat er wolven bij zijn die in hun eentje wel 200 slachtoffers gemaakt hebben.
Van ecoloog en wolvenexpert Erwin van Maanen heb ik gehoord dat een wolf normaal maar 1% van zijn voedsel uit landbouwhuisdieren, zoals schapen en runderen, haalt. In Nederland is dat vele malen meer. Een wolf kan in het drukke Nederland zijn normale gedrag niet vertonen, hij is niet schuw en moord meer dan hij opvreet.
Er wordt gezegd dat er nu 120 wolven in Nederland leven. Met alleen de auto als vijand, kunnen dat er volgend jaar met gemak 200 zijn.
Dus wat gaan we doen? Wachten tot er echt een keer iemand dodelijk gebeten wordt? Levend verscheurd net als al die arme schapen? Of moet alles en iedereen achter wolfwerende rasters, die ook onvoldoende bescherming bieden? Mijns inziens zijn er duidelijke grenzen overschreden. Onze overheid moet opkomen voor onze veiligheid en zich niet blijven verschuilen achter Europese wetgeving. Afschot of verplaatsen van alle wolven lijkt hierin de enige oplossing, ook al zal dat voor veel onrust zorgen.
Want helaas, dit is geen verhaaltje uit een boek, wolven eten net als krokodillen geen bananen, maar zouden ook best een kindje lusten.
*Ik zou wel een kindje lusten Sylviane Donnio
De scholen zijn weer begonnen, de pepernoten liggen weer in de supermarkt, het wordt ’s avonds alweer een heel stuk vroeger donker, kortom het einde van de zomer is in zicht.
Wij kijken terug op een heerlijke vakantie. Op vakantie gaan en een boerderij hebben gaan niet heel makkelijk samen, maar wij hebben het geluk met goede oppas. Vrienden van ons komen al een aantal jaren in ons huis als wij op vakantie gaan. Zij zorgen dan voor alle huis- en hobbydieren, de melktap en houden een extra oogje in het zeil bij de koeien. Onze vaste medewerker, die normaal een dag in de week bij ons werkt, kwam nu elke dag voor onze koeien zorgen. Heel fijn dat dat kan, zo zonder al te veel zorgen er een week tussenuit, met het hele gezin naar Zuid Frankrijk.
Tijdens de vakantie loop je weleens te dromen om vaker even weg te gaan. Thuis op onze boerderij gaat alles namelijk steeds maar door. Best wel gek eigenlijk die gedachtes, want als ik thuis ben, wil ik niet weg en als ik weg ben wil ik dat vaker... Op vakantie heb je meer tijd voor elkaar. En dan dromen we weleens van een campertje, dat lijkt ons dan best aantrekkelijk, onze fietsen mee en gaan.
Deze zomer in Frankrijk hadden een chalet op een camping gehuurd, en hoewel het voor camping begrippen helemaal geen klein ‘huisje’ was, is dat voor ons toch altijd weer een dingetje. Het valt niet mee om alles een beetje netjes te houden als je thuis zoveel ruimte in en om huis gewend bent en dat op vakantie alles op een paar vierkante meter moet gebeuren. Ons chalet stond op een soort pleintje met vijf anderen, best gezellig en je kon goed bij de anderen in de voortuin kijken. Zonder verder in detail te treden leek het nergens zo’n rommel te zijn als bij ons. Bij deze is het camper idee dus afgeschoten, want behalve dat die dingen niet te betalen zijn, vraagt het wel meer orde en organisatie dan waar wij goed in zijn (misschien kun je het leren maar ik betwijfel het).
Eenmaal weer thuis verdwijnen die gedachtes en dromen weer en genieten we weer van de ruimte. In huis, om het huis, in de tuin en ook in de stal. Het is veel werk op een boerderij en het is nooit af. Maar door het grote oppervlak ligt alle rommel redelijk verspreid en lijkt het ook weer mee te vallen. En een echt georganiseerd leven, moet ook bij je passen. En de kippen, eenden, ganzen, konijnen, katten, honden, schapen, varkens, hoe leuk is het dat dat hier op de boerderij allemaal kan. De melktap, best wat werk, maar het is ook fijn dat er mensen zijn die op je erf komen en genieten van je melk. Een groentetuin, het lukt niet altijd even goed, maar hoe mooi dat je daar de ruimte voor hebt om dat uit te proberen. Dit jaar hebben de schapen niks opgegeten trouwens, maar was de oogst niet top door het natte en koude voorjaar. En onze kinderen die met hun vrienden ook kunnen genieten van een grote zolder waar ze lekker kunnen chillen zonder dat wij daar heel veel last van hebben of samen op de shovel rijden, noem maar op.
Kortom het leven op een boerderij met veel ruimte en vrijheid is zo gek nog niet. En dan heb ik het nog niet eens gehad over onze koeien.
Heerlijk op zondagochtend de krant lezen, een kopje koffie erbij, zeker na een dag- en nachtdienst voor onze dierenartsenpraktijk. De avond ervoor heb ik ’s avonds heel laat nog geholpen bij de geboorte van een mooi kalf en vandaag kan ik dan genieten van iets meer rust.
In die krant (NRC 2 maart), waar ik zo’n zin in had, las ik in Opinie en Debat ‘Verdubbel de natuur, het kan’ door Kaat Biesemans-Hoogewijs. Ze is voedselboswachter. In het kort staat er dat er teveel mensen in Nederland zijn, Nederland is te vol, oh nee wacht, er is te weinig natuur voor al die mensen. ‘Voor elke persoon in ons land is er 300 vierkante meter natuur’, schrijft ze. Meteen er achteraan komt de vergelijking dat een koe beschikt over 2500 vierkante meter grasland. ‘Een koe heeft grofweg acht keer meer buitenspeelruimte dan een mens’. Hier ben ik opgehouden met lezen. Buitenspeelruimte? Dit gras is nodig voor koeien om melk te produceren en bovendien eigendom van een veehouder of verpachter. Ik word verdrietig van dit soort berichten en er zijn veel van dit soort berichten, teveel.
Zoals op 21 februari toen de heer Timmermans (PvdA/GL) zei: ’Sectoren die maar een klein deel van onze economie uitmaken en sociaal en ecologisch zeer belastend zijn zoals de intensieve veehouderij en de glastuinbouw zullen moeten worden verkleind of verplaatst naar oorden buiten Nederland’. Laat het even tot je doordringen en bedenk dat er mensen in die sectoren werken. Vervang de woorden intensieve veehouderij en glastuinbouw door een willekeurig te kiezen andere groep mensen en de wereld is te klein.
Of nog erger, afgelopen vrijdag 1 maart op radio 1 bij Nieuws en Co. Hier wordt Josephine Schuurman van Boerderij Eyckenstein geïnterviewd. Op haar bedrijf worden Jerseystiertjes afgemest en ze doet een paar absoluut onware uitspraken. Bij melkveehouders worden volgens haar Jerseystiertjes doorgaans geeuthanaseerd door dierenartsen omdat deze kleine kalfjes waardeloos zijn. Pardon? Ik heb als dierenarts echt weleens een klein kalf geeuthanaseerd, maar alleen als er sprake was van onderliggend lijden bij dit dier en dus zeker niet enkel en alleen om zijn (of haar) grootte. Datzelfde geldt voor mijn collega’s. En ze gebruiken op de boerderij van Josephine nooit preventief antibiotica. Waar wel dan? Het preventief gebruik van antibiotica is al jarenlang verboden. Ze noemt zichzelf ‘koploper’ maar zijn koplopers geen mensen of bedrijven die iets vernieuwends doen en het niet nodig hebben om pertinente leugens over collega’s te verspreiden? Maar goed haar kalveren krijgen wel natuurhooi en onze kalveren ‘gewoon’ hooi, het is soms maar net hoe je het brengt.
En heeft u de reclame van Wakker Dier al gezien of gehoord, de ‘Sloopmelk’-campagne? Behalve dat het een walgelijk spotje is, wordt er met alle gemak vanuit gegaan dat de productie van de gemiddelde koe door de jaren heen van 4000 naar 9000 liter is gegaan door uitbuiting. De conclusie van Wakker Dier, de koeien van nu worden uitgemolken. Maar misschien zijn de omstandigheden voor koeien wel veel beter dan pakweg 80 jaar geleden? Beter voer (in ieder geval meer voer, alleen al doordat er niet meer met de hand gevoerd wordt), betere huisvesting (loopstallen met zachte ligplaatsen in plaats van de hele winter aangebonden staan in een donkere bedompte stal), betere melktechniek (met een machine die niet moe wordt in plaats van met de hand), betere fokkerij (waardoor de koeien ook makkelijker afkalven dan vroeger, maar ook meer en makkelijker melk geven), beter management door meer kennis. Noem maar op, maar argumenten doen er niet toe. Gewoon een duur spotje in de sterreclame mede mogelijk gemaakt door de Postcode Loterij alleen om de volgende groep veehouders kapot te maken.
Ik kan het lijstje nog langer maken, maar dat lijkt me niet nodig. Het doet zeer om dit telkens maar weer te moeten horen of lezen over de sector waar je met hart en ziel in werkt. En waar we met veel boeren hoogwaardig en veilig voedsel produceren. Op een manier die vele malen diervriendelijker is dan wanneer de productie verplaatst wordt naar buiten Europa. Bovendien is het zo dat hoe intensiever de landbouw, hoe meer ruimte er overblijft voor bijvoorbeeld natuur.
Maar wat moet ik ermee, voor mezelf? Geen krant meer lezen, geen journaal meer kijken? Mijn schouders ophalen bij bovenstaande berichten? Ik weet het niet. Soms ben ik er verdrietig of boos om, maar gelukkig word ik nog steeds blij van een mooi kalf of straks de koeien in de weide. Ach en als mensen die ons wegzetten als sociaal en ecologisch belastend, of als dierenmishandelaars, geen voedsel van ons meer af willen nemen, is dat helemaal niet zo erg. Misschien wil ik voor deze mensen niet eens meer produceren. Ik zou tegen deze mensen willen zeggen, begin een groentetuintje en dop uw eigen boontjes maar.
-Nora (1 oktober 2011 - 30 oktober 2023)-
Boerderijhonden, soms zijn ze net iets groter dan de ‘gewone’ hond, gewend aan iets meer vrijheid en dus iets ongeremder of minder opgevoed. Wat vaker ook zijn ze niet alleen, soms met een kleinere soortgenoot samen op het erf. De een mag niet naar binnen en de ander wil het ook gewoon niet, maar sommigen komen gewoon net als andere honden in huis. Ze zijn er voor de bewaking van het erf, voor de gezelligheid en ook voor de troost of gewoon omdat ook boeren nu eenmaal van dieren houden en dus ook wel van honden. Sommige halen de koeien op, andere vangen muizen en de meesten doen niks.
Naast de verschillen zijn er natuurlijk veel meer overeenkomsten, want een hond is en blijft een hond, een onvoorwaardelijk trouwe vriend, die je troost en blij is als je er alleen al bent.
Wij hadden ook twee boerderijhonden, een Duitse herder Nora en een kleinere boerenfok Snuf.
Nora kwam als pup tijdens het verlof voor de geboorte van onze zoon Tom en we dachten dat we dan ook mooi tijd hadden voor een pup. De opvoeding van Nora liet dus wel iets te wensen over. Maar Nora was lief en enthousiast. Ooit was ze alleen op pad gegaan langs de drukke weg waar onze boerderij aan ligt. Ze werd opgepikt door de dierenambulance. Toen ik belde en een omschrijving gaf van Nora, ‘Duitse herder die heel blij is’ was het meteen duidelijk dat het om de juiste hond ging en werd ze weer netjes thuis gebracht.
Ook is het verschillende keren voorgekomen dat ze over het erf rende en in het voorbijgaan je laars vastgreep. Resulterend in een valpartij (van mij voor de duidelijkheid) dus. Later gebeurde dat weer maar dan omdat ze vergat te remmen en gewoon botste. Heel lang duurde de boosheid nooit want ze was ook direct bereid je uitgebreid te troosten. Met de leeftijd remde ook de onstuimigheid.
Na een jaar of zes kwam Snuf erbij, een stuk jonger en hierdoor werd Nora weer gedwongen mee te doen aan de drukke wilde spelletjes van Snuf. Kortom ze voelde zich weer jong.
Samen waren ze ook heel erg waaks. Vooral als er een fietser of poes op het erf kwam hielden ze niet meer op met blaffen.
Vorig jaar zomer kreeg Nora baarmoederontsteking. Ze begon veel te drinken, wilde niet of weinig eten en werd gewoon echt ziek. Omdat ik haar op haar leeftijd niet wilde laten opereren, kreeg ze een langdurige antibioticakuur. En behalve dat ze dat heel fijn vond, tweemaal per dag een pilletje in een plakje worst, knapte ze zienderogen op. Een jaar later echter gebeurde het weer, en weer een antibioticumkuur. Ook deze keer ging het goed. Ze knapte op en was gewoon actief en vrolijk.
In oktober had ik het zelf wat lastig, mijn vader was erg ziek en daarom was ik veel bij mijn ouders die niet in de buurt wonen. Ik kwam even terug naar huis om de de verjaardag van Tom te vieren. En zoals dat gaat op een boerderij, sta je meteen weer aan. Dus overall aan en de schapen verzorgen en natuurlijk ook even knuffelen met Nora. Dat is altijd beter met overall aan want ze ruiken nou eenmaal niet naar viooltjes, die boerderijhonden. Nora nam daar altijd de tijd voor ging eerst zitten met haar rug tegen je benen aan om zich dat helemaal onderuit te laten zakken en genieten.
Weer bij mijn moeder kreeg ik op maandagochtend een appje van Evert om 7 uur, “kun je me bellen? Nora is dood.”
De dag ervoor had Evert niks aan haar gemerkt, ze was gewoon meegegaan naar buiten, had haar bakje leeggegeten. Achteraf denk ik dat ze een te dikke buik had, maar ik had er niet veel aandacht aan besteed. Te druk met mijn eigen verdriet.
En nu, nu mis ik haar en zou ik gewoon af en toe even een knuffel willen van die oude lobbes, zelfs zonder overall.
Ruim een week geleden ging dan eindelijk de langverwachte website van minister van der Wal online. Daarop kun je dan als veehouder zelf kijken of je piekbelaster bent of niet. In plaats van dat de overheid zelf een brief stuurt naar de betreffende 3000 bedrijven moet je dus zelf je gegevens invullen op een lastige en bij aanvang overbelaste site (AERIUS check). Wij hadden niet zo’n haast om te kijken, Evert wilde het eigenlijk helemaal niet doen, net als vele andere veehouders. Daarnaast verwachten we niet echt dat we piekbelaster zouden zijn, dat zijn alleen hele grote bedrijven die strak naast Natura 2000 gebieden zitten, toch?!
Tot ik afgelopen weekend een appje kreeg van een collega veehouder, hij had wel de moeite genomen de site in te vullen en niet verwacht piekbelaster te zijn, maar was het toch. ‘Of wij ook al gekeken hadden?’ Je schrikt je te pletter. Bij hem ging het om de uitstoot op de Veluwe. En wij zitten daar nog dichterbij dan hij.
We hebben toen ook de gegevens van ons bedrijf ingevuld en uit de berekening (Aerius) blijkt inderdaad dat ook wij piekbelaster zijn. Daarbij is het niet zo dat ons bedrijf veel NH3 uitstoot, maar dat we gewoon simpelweg te dicht bij de Veluwe zitten (tien kilometer). Dus dat hier waarschijnlijk het hele dorp en het volgende dorp en een groot deel van de Vallei alle veehouders piekbelaster zijn.
De term alleen al, piekbelaster, je krijgt een stempel alsof je een crimineel bent, topcrimineel zelfs. Maar je komt wel in aanmerking voor de woest aantrekkelijke regeling van minister van der Wal, als je tekent krijg je 120% van de waarde van je bedrijf. Maar wat is 120%? Ons bedrijf is prima voor ons maar de melkrobots zijn bijvoorbeeld al weer 10 jaar oud, het nieuwste gedeelte stal dus ook. En we willen helemaal niet stoppen.
Als veehouders wel voor de 120% gaan, wat soms best te begrijpen is (elke situatie is anders), krijg je er een beroepsverbod achteraan. Een beroepsverbod! Dat krijg je als arts bijvoorbeeld pas als je moedwillig verkeerde (fatale) beslissingen hebt genomen en dan herhaaldelijk.
Stel dus we gaan voor de 120% en blijven hier wonen mogen we geen vee meer houden? Ook geen schapen? Of hoeveel wel?
We gaan het niet doen, maar wat dan wel. Het staat vast dat we dus niet door kunnen gaan zoals we nu bezig zijn. En ik kan je vertellen dat dat zeer doet. Erg zeer.
Het voelt en is oneerlijk, al hebben dat soort gedachtes volgens Evert geen enkele zin. Bij mij werkt dat anders, ik kan niet meteen rationeel benaderen, ik ben boos, verdrietig, teleurgesteld alles tegelijk. En nee, ik ben niet al generaties lang op dit bedrijf, maar nog maar amper achttien jaar. En toch. Alles hebben we erin gestoken, veel tijd, veel geld, veel energie. Bloed, zweet en tranen.
Ik weet en besef ook dat gezondheid en eigen gezin veel belangrijker zijn. Maar niet ver erachteraan komt altijd de boerderij en nog specifieker de koeien. Dat maak je met 120% echt niet goed.
Altijd heb ik geloofd in ‘eerlijk duurt het langst’, maar nu niet meer. Het vertrouwen in de overheid is helemaal weg en het respect ervoor ook totaal. Als je familiebedrijven met een kleinere omvang dan gemiddeld gewoon lukraak van de kaart wil vegen omwille van een stikstofprobleem zo’n tien kilometer verderop… (Elders in het land kun je 1000 koeien op 1 hectare houden bij wijze van spreken en ben je nog geen piekbelaster, hier al met een relatief klein gezinsbedrijf). Een muggenscheet op een postzegel is al teveel. En ik heb niet de illusie dat het de natuur gaat helpen, misschien zelfs wel het tegendeel met alle vakantieparken en woningen die er gaan komen.
En wat de alternatieven voor ons zijn, dat is nog niet helemaal bekend, ja extensiveren, verplaatsen of innoveren, kies maar uit. Pas aan het eind van het jaar wordt duidelijke gemaakt wat die alternatieven precies inhouden. Zo blijft het nog even lekker spannend. Feit is dat ons bedrijf op slot zit. Zelfs al willen we iets, ik denk dat er geen bank is die een financiering verstrekt.
Voorlopig gaan we gewoon door en kijken straks wat de mogelijkheden zijn. Ondertussen is het angstvallig stil hier onder de boeren. Ik houd mijn hart vast en wacht het af, met een kras op mijn ziel erbij, dat wel.
2007
Evert nam het bedrijf over van zijn ouders en we zijn getrouwd. We hebben een gemengd bedrijf in het midden van het land (Renswoude) met 60 melkkoeien en 240 vleesvarkens. De ligboxenstal voor de koeien is wat verouderd en vooral krap. We melken in een twee keer vier visgraat melkstal. We maken plannen om de stal te verbouwen, we willen gaan melken met robots en iets meer koeien gaan houden. Met de varkens stoppen we, deze stal willen we ombouwen tot jongveestal. Ik werk als dierenarts in de buurtpraktijk.
2023
Ons melkveebedrijf is gemiddelde van omvang (100 melkkoeien). Evert is 52 en ik ben 48, met onze drie kinderen wonen we hier heel fijn en we genieten van het buitenleven en de dieren. Ik werk als rundveedierenarts en hoewel de combinatie soms hectisch is, is deze ook heel mooi. Het liefst willen we zo nog wel een poosje verder. De jongens willen graag de boerderij overnemen op den duur al zijn ze nu nog wel erg jong om dat zeker te weten, Bram is 13 en Tom is 11 (Sacha is 9). Afgelopen jaar was voor ons een topjaar, financieel hebben we heel goed gedraaid en ook technisch ging het goed. We zijn wel wat bezorgd over de toekomst. Deze is best wat onzeker met alle stikstof maatregelen die komen. We wonen niet heel erg dicht bij een Natura2000 gebied en we denken geen piekbelaster te zijn, maar wat hangt er wel boven ons hoofd?
2035
Evert is 64 en ik ben 60, binnenkort geven we eindelijk dat feest dat we zouden geven toen Evert 50 werd, maar dat vanwege Corona niet doorging. Bram en Tom komen over uit Canada voor het feest. Twee jaar geleden zijn ze samen geëmigreerd omdat ze graag boer wilden worden en in Nederland geen toekomst zagen. Wij (Evert en ik), vonden onszelf te oud om mee te gaan, maar we zijn nog wel zo fit, dat we ze gauw gaan bezoeken daar. Sacha gaat dan ook mee.
We wonen nog steeds op de Wachteldonk, en nog steeds met plezier. Ik werk niet meer als dierenarts, doordat het aantal boeren flink is afgenomen is er veel minder werk. Ik werk nu samen met Evert op de boerderij. Dat gaat meestal goed, al wordt je met de leeftijd (beide) niet minder eigenwijs.
Een paar jaar geleden hebben we uit laten zoeken of het interessant voor ons zou zijn om over te schakelen naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering. Het bleek dat dat niet uit kon financieel. Het onderscheid tussen biologische en gangbare landbouw bestaat niet meer, het is één geworden met de regels van biologisch en de inkomsten van gangbaar. We hebben geen schapen meer en ook de koeien kunnen niet meer naar buiten vanwege de grote wolvenpopulatie.
We hebben het iets makkelijker omdat we vanwege verplichte regelgeving minder koeien hebben houden. We hebben nu 60 melkkoeien en hebben een van de twee melkrobots verkocht. We houden alle kalveren die hier geboren worden zelf aan dus ook alle stiertjes. Een gedeelte verkopen we als vlees aan huis, maar lang niet alles. De melktap hebben we nog steeds en deze loopt nog steeds supergoed, zeker met de nieuwe woonwijk om de hoek.
2045
Evert en ik zijn bejaard en nog vitaal we fietsen nog steeds veel, maar net iets minder hard. Vandaag fietsen we langs onze oude boerderij de Wachteldonk. Eikelhof heet het huis tegenwoordig, de stallen zijn verdwenen en er zijn een paar grote landhuizen voor teruggekomen. Dallas en Dynastie woningen zeg ik tegen Evert. Het doet een klein beetje zeer, zeker als we de grote Moskvich (elektrische auto van Russische makelij) van de familie Klaver zien staan.
Daar waar vroeger onze koeien graasden loopt nu een rondweg, die nu alweer te smal is. Zeker in de spits is het erg druk. Dichter tegen het dorp aan is een nieuwe woonwijk gekomen, Wachteldonk twee heet deze, 200 huizen staan hier.
Aan de andere kant van ons oude huis, staan nu twee grote windturbines, extra hoog zodat ze geen last hebben van de bomen. Er was wat protest tegen omdat ze in de zichtlijnen vanuit het kasteel stonden, maar omdat deze door het datacenter toch al doorbroken waren, was dat geen argument meer. Er is nog een klein stukje bos over een plekje waar iedereen heerlijk kan wandelen en zijn hond kan uitlaten. Verder liggen de dorpen Renswoude, Ederveen en Veenendaal helemaal tegen elkaar aan zonder buitengebied.
Doordat er vrijwel geen boeren meer in Nederland zijn, wordt voedsel geïmporteerd vooral vanuit Oost-Europa maar ook uit Canada en de VS. Bram en Tom hebben daar met hun families en medewerkers een enorme boerderij met meer dan 1000 koeien. Het gaat ze goed.
Of kiest Nederland toch voor onafhankelijke voedselvoorziening in eigen land?
Black Friday
Afgelopen vrijdag was het Black Friday, in veel (online) winkels wordt geadverteerd voor allerlei spullen met hoge kortingen, om je te verleiden zoveel mogelijk te kopen. Een grote uitverkoop kort voor sinterklaas en kerst. Oorspronkelijk komt Black Friday uit de Verenigde Staten, maar inmiddels heeft de koopgekte ook Nederland bereikt.
Laat het nu toevallig zo zijn dat heel veel boeren op deze Black Friday wachten op een brief van de regering over de stikstof maatregelen die gaan komen. Maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de natuur beter beschermd wordt. Met een knoop in de maag wachten we dus de hele dag op wat er gaat komen. Eindelijk duidelijkheid? Eigenlijk wachten we al heel lang. Er gebeurt steeds van alles maar er verandert niks.
Wie zijn de 3000 piekbelasters (horen wij daarbij?) en wat is het toekomst perspectief voor de blijvers? Waarom zijn het nu 3000 piekbelasters en niet de 500 tot 600 waar Dhr. Remkes het over had? En is er al een lijst wie dit zijn?
Helemaal aan het eind van de middag, als alle ambtenaren op weg zijn naar huis of in ieder geval niet meer bereikbaar zijn voor vragen, worden de brieven openbaar gemaakt. En wat staat erin? Staat op deze Zwarte Vrijdag landbouwend Nederland te koop? Voor weinig?
Zoals ik al eens eerder schreef, willen wij, hier op onze boerderij gewoon door. Niks geks, niet groter of kleiner of überhaupt heel veel anders, maar gewoon door met onze koeien. Onze kinderen of in ieder geval de oudste twee (11 en 12 jaar) willen graag boer worden. Tenminste dat zeggen ze nu. Eigenlijk is dat vooral sinds de boerenprotesten zo. Ik heb zitten denken waarom dat zo is en ik denk dat het te maken heeft met passie. Ze zien dat wij niet zomaar onze uurtjes maken, maar in volle overtuiging met iets wezenlijks bezig zijn, namelijk met onze koeien voedsel produceren. Ik denk dat dat aanstekelijk werkt. Samen hebben de jongens het begin gemaakt aan een groentetuin, een kruiwagen met mest werd met veel moeite van de stal naar de tuin gebracht. Veel te zwaarbeladen natuurlijk waardoor ze in de net los gemaakte grond bleven steken en niet meer voor- of achteruit kwamen. Tom heeft zelfs varkens gevraagd voor zijn verjaardag (en gekregen).
Maar kunnen ze met deze nog steeds voortdurende onduidelijkheid omtrent de toekomst nog boer worden. Moeten we hun plannen iets ontmoedigen?
Of is het zo dat straks over een jaar of tien Nederland zit te springen om boeren, omdat ze nu teveel boeren weggepest hebben. Want door dit falende overheidsbeleid dat de Nederlandse landbouw nu in de uitverkoop zet kan niemand verder.
En als u echt iets voor de natuur wilt doen, is het misschien ook een goed idee om iets minder spullen te kopen en u niet te laten verleiden door de Black Friday acties.
Beste Christianne,
Je kent mij vast niet, al zijn we elkaar al weleens tegen gekomen. Begin 2020 ging ik met een vriendin naar een congres van de VVD, een bijeenkomst voor vrouwen. Jij was de voorzitter die dag in Arnhem. Ik was geen lid van de VVD, maar maakte me zorgen over de toekomst van de agrarische sector in Nederland en heb dat tijdens het voorstelrondje ook uitgesproken.
Na die dag ben ik lid geworden van jullie partij.
Twee jaar later werd je minister voor Natuur en Stikstof. Ik heb je daarom uitgenodigd op ons melkveebedrijf. Niet omdat ons bedrijf zo bijzonder is, maar juist omdat we zo gemiddeld zijn, op ons gangbare bedrijf met honderd melkkoeien. Het leek me goed, voor een minister, om juist een goed beeld te krijgen van wat er speelt op meeste bedrijven. Na drie weken kreeg ik schriftelijk antwoord van een ambtenaar, je kwam niet. Dat kan natuurlijk, ik begrijp ook wel dat je druk bent.
In april zag ik je in het televisieprogramma Op1, daar vertelde je dat ‘hoe sneller en hoe meer boeren er op zouden houden, hoe beter het is’. Het was niet alleen de boodschap, maar vooral ook hoe je die bracht. Geschokt heb ik de TV uitgezet en meteen mijn lidmaatschap van de VVD opgezegd (zoals toen zovelen).
Op vrijdagmiddag 10 juni kwam het inmiddels beruchte stikstofkaartje. Met een vergrootglas zagen we dat wij in het gebied zaten waar 47% gereduceerd moet worden. Dit was wel een beetje onduidelijk want strak tegen ons aan zit nog een NNN gebied (Natuur Netwerk Nederland) waar 95% reductie voor geldt. Hier hadden we nog nooit van gehoord, maar het staat er wel. Dit sloeg in als een bom. En niet alleen bij ons, maar bij vrijwel alle boeren in Nederland, vandaar ook de grote animo voor de boerenprotesten.
Half juli wilde premier Rutte weten wat dit alles met de boeren deed. Dankzij de protesten mochten we aanschuiven en ik voelde me voor het eerst een beetje gehoord. Ik heb hem verteld dat ik het niet kon geloven, dat jullie een sector die overal vergunningen voor heeft en voorziet in eerste levensbehoefte een genade klap willen geven. Ik heb verteld dat ik woedend en wanhopig ben en dat ik het vertrouwen in een eerlijke overheid kwijt ben. Dat ik geen zak met geld wil, maar gewoon koeien wil houden, doen waar we goed in zijn. Waarom moeten wij onze koeien weg doen terwijl industrie en verkeer gewoon verder kunnen (vaak zelfs zonder Nb vergunningen). Ik heb ook gezegd dat het mij enorm stoort dat u, als minister voor Natuur en Stikstof, niet weet waar u het over heeft. Of u kunt het wel heel goed verbergen. Een spoedcursus stikstof en landbouw bij aanvang van een ministerspost is toch zo geregeld?
En nu las ik gisteren, dat u biologische bedrijven wilt ontzien bij de stikstofaanpak. Begrijp me niet verkeerd, ik heb niks tegen biologische landbouw en ik denk dat gangbaar en bio elkaar zelfs mooi kunnen aanvullen. Maar dit? Weet u dat biologische melkveebedrijven per liter melk een hogere N excretie hebben? Dat de N excretie van biologische varkens en pluimvee per dier veel hoger is? Dat als je biologische veehouders uitsluit en per gebied dezelfde doelstellingen blijven gelden, er nog meer gangbare bedrijven of dieren weg moeten. En ben je dus als gangbare boer een tweederangs boer? Mogen we er überhaupt wel zijn? Eerlijk gezegd denk ik dat jullie de motivatie om boer te willen worden wel zo negatief hebben gemaakt, dat er nauwelijks nog mensen zijn die willen beginnen aan een onzekere toekomst als boer in Nederland. En dat is een absoluut gemis, omarm die boeren, want er stoppen er al veel te veel!
En wat betreft die cursus stikstof en landbouw, die komt voor u te laat. Stap alstublieft zo snel mogelijk op, want uw beleid is zo bedroevend slecht. Zoek vooral een functie elders.
Groeten Helma Breunissen
Weibewijs
Per toerbeurt schrijven een aantal deelnemers van Vallei Boert Bewust deze column. Ik werd erop geattendeerd door onze coördinator dat het alweer mijn beurt was. Dat wist ik eigenlijk wel, maar het lukte maar steeds niet om een goed onderwerp te vinden. Ik wil namelijk graag iets positiefs schrijven. Er is al zoveel gezeur en gedoe in en vooral over de landbouw, nu even een keer niet. Maar ik heb het gevonden, deze column gaat over de koeien die weer naar buiten gaan, daar wordt iedereen blij van.
Begin april gingen onze koeien weer naar buiten, sinds de Corona crisis kon dat nu weer met publiek erbij. De week voordat het zover was, was het weer niet geweldig, maar de berichten voor de dag zelf waren iets beter. Dus gingen we ervoor, er werd schoongemaakt en alles op het erf werd klaargezet. Met publiek erbij vraagt het net iets meer voorbereiding, omdat er dan op ons erf ook meer te doen is voor ouders en kinderen. Zo zijn er een springkussens, werden er hamburgers gebakken en ijs verkocht en er werd uitleg gegeven door andere melkveehouders (ook VBB deelnemers) in de stal. Kijk daar wordt je toch blij van, dat er mensen zijn die je belangeloos komen helpen.
Op de dag zelf was het weer echt slecht (ik denk dat het de laatste dag was dat het echt veel en hard geregend heeft de laatste tijd), zelf hagelbuien bleven ons niet bespaard. En toch kwamen er bijna 500 mensen en was de sfeer goed. De koeien gingen een half uur later dan gepland naar buiten omdat het toen net even droog was. Kortom een perfecte dag!
En de koeien, die zijn nog steeds uiterst tevreden als ze naar buiten gaan. Er zijn zelfs dagen dat ze niet naar binnen willen en het gewoon lastig is om ze voordat het donker wordt weer de stal in te krijgen.
Alleen maar positief dus, de koeien zijn blij en hun publiek dus ook.
Toch is niet iedereen blij met koeien in de wei. Deze week is er een uitspraak geweest van de rechtbank in Zwolle dat boeren mogelijk toch een natuurvergunning nodig hebben voor de weidegang van hun koeien. Deze rechtszaak was aangespannen door MOB (Johan Vollenbroek) en natuurorganisatie Leefmilieu tegen de provincie Overijssel. De provincie moet aantonen dat koeien in de wei geen extra stikstofuitstoot veroorzaken die de nabije natuur schaadt. De stikstofuitstoot door koeien bestaat vooral uit ammoniak (NH3). Dit ammoniak wordt vooral gevormd als koeienmest zich mengt met de urine van koeien. Vooral in mestkelders dus, in een weiland komen mest en urine amper bij elkaar (dat is ook wetenschappelijk bewezen), maar volgens de rechter is deze aanname juridisch onvoldoende.
Tja weg positiviteit. Misschien hebben we dus volgend jaar als de koeien weer voor het eerst naar buiten gaan niet alleen een vergunning nodig om een evenement te organiseren. Maar hebben onze koeien een weibewijs nodig en daar worden we toch niet blij van.
Koosje
Bij ons in de stal lopen zo’n honderd melkkoeien rond. Allemaal geweldige dieren, waarbij de één net iets meer opvalt dan de ander.
Sommige koeien daarentegen vallen helemaal niet op. Zo ook Koosje, een koe van inmiddels zeven jaar oud en al die tijd heeft ze zo goed meegedaan met de rest dat ze, ondanks dat ze een dijk van een koe is, gewoon niet erg opvalt.
Onlangs kreeg ze een kalf, deze kwam achterste voren en was enorm groot. Hoewel Koosje zelf ook niet bepaald klein is, was dit kalf net een maat te groot. Dan is het mooi dat je een keizersnede kunt doen.
De dag na de operatie leek Koosje vlot maar ze (vr)at nog wat weinig. We onderzochten haar, maar konden niks raars vinden. Dus gaven we haar extra pijnstilling en boden haar verschillende soorten voer aan. Even leek het erop dat ze hooi wat beter kon waarderen. De volgende dag bleef ze weer een beetje sukkelen, ze was niet echt heel erg ziek, maar ook niet goed. Natuurlijk onderzochten we haar weer en probeerden van alles. Ondertussen had ik er ook een collega dierenarts naar laten kijken, want ik wilde niks aan het toeval over laten. Ook die kon niet heel veel vinden, we besloten haar even in de weide te doen, bij de pinken (jongvee). En jawel hoor ze begon te grazen. Wel moest ze een paar opdringerige pinken wegjagen, maar ze at!
Weer een dag verder en de progressie stagneerde. Weer onderzoeken, en zelfs af en toe een pluk voer in haar bek stoppen. Braaf als ze was at ze dat op, maar het stimuleerde haar niet om zelf te gaan eten. ’s Avonds hebben we haar samen met een collega opnieuw geopereerd om erachter te komen wat er nou aan de hand was. Het bleek dat haar baarmoeder ‘gelekt’ had, hierdoor kwam er (niet steriel) vocht uit de baarmoeder in de buikholte waardoor er een buikvliesontsteking ontstond. We hebben alle losse ontstekingsweefsel uit de buik gehaald, en de baarmoeder die nu wel dicht leek voor de zekerheid toch nog een keer gehecht. Het zag er niet best uit, eigenlijk gaven we het niet veel kans.
Het eerste wat je dan doet de volgende dag, is met knikkende knieën de stal in, naar Koosje toe, gelukkig was ze er nog, maar ze at niet. Gaande het hele proces ben ik me steeds meer gaan hechten aan Koosje en voelde ik me zelf ook niet lekker doordat zij zo ziek was. Koosje gaf niet op, bleef actief en begon heel voorzichtig iets te (vr)eten, eerst muizenhapjes, daar ben je dan al heel blij mee en later steeds iets meer.
Inmiddels zijn we een week of zes verder en gaat het super goed. Koosje verandert weer in een onopvallende koe, zelfs de operatie littekens vervagen. Maar ondanks dat ze onopvallend is, hebben we er toch een bijzondere koe bij!
Koeien naar buiten
Eind maart moest onze zoon Tom een spreekbeurt houden voor zijn klas (groep 5). Hij ging het hebben over de boerderij en dan specifiek over de melkrobot, de mestrobot en de lammetjes. De meester vond het een goed idee om dat in de stal te doen, de kinderen hadden vanwege de Corona crisis nog helemaal geen uitjes gehad en onze boerderij ligt op loopafstand (25 minuten wandelen) van de school. Zo gezegd zo gedaan. Tom vertelde over de melkrobot en daarna over de mestrobot, deze staat iets verder achterin de stal, dus liepen de kinderen daar over de voergang naar toe. En toen ging het mis, dit is namelijk ook de plaats waar de deur is om naar de weide te gaan. Een luid geloei klonk door de stal. Onze koeien dachten maar een ding, mooi weer en publiek; WE MOGEN NAAR BUITEN. Door alle geloei was het verhaal van Tom natuurlijk niet meer te verstaan. En de koeien, die moesten toch echt nog even geduld hebben.
Afgelopen en vorig jaar gingen de koeien vanwege de Corona crisis naar buiten zonder publiek, maar daarvoor al een jaar of vijf met publiek. Steeds meer mensen kwamen kijken naar de koeiendans. In het eerste jaar kwamen er wel honderd mensen kijken en de laatste keer waren dat er twaalfhonderd. De koeien raken daaraan gewend, misschien zij nog wel makkelijker dan wijzelf. Zij springen misschien net iets hoger met publiek erbij en maken nog een extra, meestal niet al te elegante rondedans. Voor ons vergt het toch wel iets meer voorbereiding, vergunning regelen, publiciteit regelen, opruimen en schoonmaken, vrijwilligers regelen, sponsors benaderen, noem maar op.
Een halve week na de spreekbeurt, was het dan toch zover. Het was mooi weer en het gras begon te groeien. Dus op een zondagmiddag gewoon alleen met ons gezin, deed Evert de staldeur open. De koeien schrokken, geen publiek dus dit hadden de dames niet aan zien komen. Gevolg, door de verrassing toch ook nu flinke sprongen. Ik was in de wei gaan staan om een filmpje te maken. Achteraf niet de meest relaxte plek. Dan komt er dus 600-700 kilo pure blijdschap recht op je af om net op het laatst af te buigen en daarna dezelfde truc nog een keer over te doen alleen dan vanaf de andere kant.
Maar toch, niet alleen de koeien, maar ook wij missen het publiek. Want ondanks het extra werk en spanning die het met zich meebrengt, geeft het ook veel positieve energie. Want wat is er nou leuker om als koeiengek, je koeien te kunnen laten zien aan een groter publiek en iedereen mee te laten genieten.
Dit is mijn opa Willem Boeijink (Winterswijk 1912-1997)(links op de foto).
Mijn opa en oma hadden vijf kinderen, een klein boerderijtje met 4 koeien, een paar kippen en later ook varkens (tussen ‘53 en ‘63). Daarnaast werkte hij (om rond te kunnen komen) fulltime in een fabriek en later met paarden, maar als iemand vroeg wat hij voor een werk deed, vertelde hij trots dat hij boer was.
Zijn oudste dochter trouwde met een boer (mijn ouders) en ik (een van zijn kleindochters), deed dat ook. Dit laatste heeft hij niet meer meegemaakt.
Morgen zijn de verkiezingen en de veehouderij krijgt er van de linkse partijen flink van langs. Halveren van de veestapel lijkt de oplossing voor vele crises. Biodiversiteit-, stikstof-, klimaat- en de wooncrisis (heb ik ze allemaal)? Als het maar vaak genoeg herhaald wordt, gaan veel mensen het echt geloven. Zelfs als de argumentatie rammelt en feiten verdraaid worden.
Zo langzamerhand voel ik me, als veehouder in Nederland gediscrimineerd, het lijkt steeds normaler te zeggen dat boeren weg moeten en problemen geven. Zeg precies datzelfde over een andere bevolkingsgroep en Nederland is te klein.
Het feit is, dat Nederland een mooi land is, enorm geschikt voor veehouderij en mede door de veehouderij zo welvarend geworden. Hierdoor is de bevolking enorm toegenomen. We groeien met zijn allen uit onze jas en hebben een grotere nodig, meer ruimte dus. En waar halen we die ruimte vandaan....
O ja, wij zijn nog steeds trotse boeren of veehouders. Druk bezig met onze passie, de koeien en alles wat erbij hoort. En ik ben blij dat we zoiets moois mogen doen. En morgen, naar de stembus, trots op de boer!
Onlangs mocht ik een week lang Boerburgertweet verzorgen. Boerburgertweet is een account op Twitter en Facebook met redelijk veel volgers. Elke week is er iemand uit de agrarische sector die vertelt over zijn of haar werk. Er zijn al een paar boeren van Vallei Boert Bewust die meegedaan hebben en ik dacht, ik ga het ook eens doen, vertellen over mijn werk als dierenarts maar ook over ons melkveebedrijf. Gewoon omdat ik dat leuk, maar ook goed vind om te doen.
Vol enthousiasme begon ik te vertellen, eerst over een paar visites die ik gedaan had. Zo was ik bij een veehouder geweest die een koe had die niet kon staan, we hadden deze koe behandeld en de veehouder had het er voor over om de koe in een therapeutisch koebad te doen. Prachtig zou je denken. Tenminste dat vind ik. Op Twitter dachten de meeste mensen dat ook, maar een aantal was zeer negatief. Van ‘wat een gesleep met die koeien’ tot ‘kan ze niet staan omdat ze haar baby mist’.
Tja wat moet je daar nou mee, ik had al de boodschap gekregen van de beheerder van Boerburgertweet alleen te reageren op mensen die echt geïnteresseerd zijn.
De volgende dag een koe die wel kon staan, maar niet stevig. Denk nu niet dat er zoveel koeien niet kunnen staan, maar als je duizenden koeien in de praktijk hebt en je bent dierenarts dan kom je echt weleens iets tegen. Deze koe hebben we gedrenchd, dus met een slang via de bek water in de pens van de koe pompen. Koeien die ziek zijn drinken en vreten namelijk vaak te weinig en hier kunnen ze enorm van opknappen. Ook nu weer veel positieve reacties, maar de negatieve beginnen er stiekem steeds iets meer in te hakken.
Een paar dagen later, naast over het algemeen positieve reacties, een reactie op een filmpje van ons thuis, een koe die net een kalf gekregen heeft: ‘hoe liefdevol is moeder naar haar kind om vervolgens door die psychopaat weggerukt te worden….” Of ik of Evert nu de psychopaat is maakt in deze niet zo heel veel uit, je wordt er toch wel een beetje verdrietig van.
Een dag later heb ik met een hele serie foto’s uitleg gegeven over een pasgeboren kalf, biest, stierkalfjes etcetera. Want er werd me ook al verweten niet transparant te zijn.
Tegen het eind van de week dacht ik toch ik ga de beheerder van het account eens bellen. Ik kan best tegen een stootje, maar dit werd toch vervelend en moet ik er niet toch iets mee? Na een pep talk en het blokkeren van een aantal mensen die onfatsoenlijke reacties gaven, kon ik er weer tegen.
Al met al was het een bewogen week, druk en ook leerzaam, vooral voor mij. Want voor de mensen die zo negatief reageren helpt het helemaal niks, als je over je werk vertelt, zij hebben hun oordeel al klaar en willen helemaal geen uitleg. Maar als je je door negatieve reacties laat ontmoedigen en je hierdoor niet meer je verhaal vertelt, hoe weet de geïnteresseerde meerderheid dan wel hoe het zit met de boeren? Wie is er dan die vertelt hoe het eraan toe gaat op een boerderij?
Boerenprotest
Wij, Evert en ondergetekende, hebben een melkveebedrijf in Renswoude. Eigenlijk een heel gemiddeld bedrijf met zo’n honderd melkkoeien en bijbehorend jongvee, daarnaast (thuis op de boerderij heb ik geen vaste taken), ben ik rundveedierenarts.
Melkvee, stikstof, boerenprotesten, je kan er momenteel haast niet omheen. Nadat maandenlang het nieuws gedomineerd werd door de Coronacrisis, komt nu de stikstofcrisis in alle hevigheid weer de hoek om en ook deze keer met boerenacties. Ik voel me dus bijna verplicht om mijn eerste column hierover te schrijven.
Wel geef ik er mijn eigen draai aan. In plaats van ‘boeren-pro-test’, wil ik het hebben over de ‘pro-boeren-test’.
Een jaar of zes-zeven geleden hebben we ons aangesloten bij Vallei Boert Bewust. Met als doel burgers te laten zien en horen wat er speelt op de boerderij. Om te laten zien dus waar uw voedsel vandaan komt en hier een open en eerlijk gesprek over te hebben. Wij hadden namelijk het gevoel dat de afstand tussen boeren en burgers steeds groter werd. De boeren hebben een beetje de neiging om op eigen erf te blijven en steeds minder burgers hebben iemand in hun naaste omgeving die een boerderij heeft.
Dus in samenwerking met Vallei Boert Bewust, kwam er een facebookpagina van onze boerderij waarop we regelmatig een bericht plaatsen. Soms grappig, maar ook minder leuke berichten worden geplaatst. Later bedachten we om als onze koeien in het voorjaar, als ze voor het eerst sinds lange tijd weer naar buiten gaan, dit met publiek erbij te doen. Best spannend en een hele organisatie, maar superleuk. Nog weer later kwam er een melktap (mensen kunnen hier zelf verse melk tappen uit een soort automaat), kortom verbinding alom.
En helpt dit, wordt onze omgeving hierdoor meer pro-boer? Of worden wij nu gewoon blij van al die mensen die op ons erf komen en die toch al pro-boer zijn? Hoe het zit maakt niet veel uit, rijk worden we er niet van, maar wel blij. En dat is in deze tijd heel belangrijk.
Helma Breunissen
Rundveedierenarts en parttime melkveehouder
Boerderij de Wachteldonk
Renswoude
Aanstaande dinsdag is er een grote landelijk actie van agrariërs, de agractie. Na enig wikken en wegen hebben wij ook besloten om mee te doen. Evert gaat met de tractor naar Den Haag, en met hem vele andere boeren. Vanaf Renswoude toch al gauw 120 kilometer, dus ‘s nachts vertrekken om op tijd op het Malieveld te zijn. Gewapend met (geen hooivorken natuurlijk, het is een vriendelijke actie), maar met brood, melk en koffie voor onderweg.
We hebben getwijfeld of actievoeren wel de juiste methode is om ons ongenoegen te uiten. Meestal proberen we juist dingen uit te leggen en te verbinden. Nu is echter de maat vol en gaan we mee actievoeren. Tenminste Evert dan, ik blijf thuis voor de kinderen en de koeien.
Waarom dan actie?
We zijn het zat om weggezet te worden als probleem, als milieuvervuilers en dierenmishandelaars. De uitspraken van Tjeerd de Groot van D’66 dat de intensieve veehouderij moet halveren om het stikstof probleem in Nederland op te lossen was alleen maar de druppel.
Wij willen geen wisselgeld zijn voor andere vervuilende sectoren en willen dat berekeningen gemaakt worden op basis van eerlijke cijfers.
Het mooie van deze actie is, dat hij massaal gedragen wordt door alle agrarische sectoren samen.
Als boeren en vissers zorgen we namelijk voor ons voedsel, onze eerste levensbehoefte. En in Nederland zijn we daar ook nog eens heel goed in!
Dus op naar Den Haag, om toch eens van ons te laten horen. Dus als u op 1 oktober last van ons heeft, sorry. Maar bedenk dat als u ook wilt dat er straks nog enthousiaste boeren en vissers zijn die met passie zorgen voor uw eerste levensbehoefte, dan is het maar 1 dag. De rest van de dagen heeft u gemak van ons, als u ons veilige diervriendelijke voedsel koopt.
Ik ben dus trots op onze boeren!!
Sinds een paar maanden hebben we deze website. Dat wilde ik graag, naast de Facebookpagina, om meer mensen te informeren over het leven op onze boerderij.
Al maanden (niet continu hoor) zit ik te bedenken, hoe ik moet beginnen met een stukje tekst (blog). Ik had daarvoor al krantenknipsels met negatieve berichten over de veehouderij bewaard, die zijn momenteel niet zo heel moeilijk te vinden. Zo stond er een artikel in de NRC van 10 augustus ‘geen biefstuk maar bonen’. De strekking van dat stuk was dat we in het westen minder vlees moeten consumeren om het klimaat te redden. Vanmiddag keek ik ook een uitzending op TV in het programma Buitenhof. Hier werd Marianne Thieme geïnterviewd door Jort Kelder over de ‘klimaatcrisis’ binnen haar partij. Zij wist dit binnen no-time om te buigen naar de klimaatcrisis die door de bio-industrie veroorzaakt wordt.
Na het TV programma ging ik maar verder met mijn stapeltje ‘te lezen kranten’, echt een klusje voor de zondag. Bij deze stapel zat ook de Veeteelt (een blad voor veehouders uiteraard). Ik zat te lezen over een boerin die met haar FB pagina veel mensen wist te bereiken, heel leuk. Verder bladerend zag ik ineens mijn naam. Ik stond in de Veeteelt! Oké heel klein, een tweet van mij die geciteerd werd, maar toch.
De betreffende tweet: ‘Prachtig kalf geboren. Jarenlang geprobeerd mijn man ervan te overtuigen om een witrik in te zetten. En daar is HIJ 😬 een rode dat dan weer wel 🙂’
Met de foto van het kalf erbij natuurlijk.
(Een witrik is een speciale afrekening in haarkleur bij een rund. Zo hebben ze een kenmerkende witte streep over de rug en een gespikkelde kop). Toen we dus eindelijk een witrik hadden was ik daar enorm blij mee. Jammer genoeg was het wel een stier.
Maar toen ik dat terug las, wist ik ineens waar mijn eerste verhaal op mijn website over moest gaan. Niet over de negatieve berichtgeving, maar juist over de passie die we hebben voor ons vak. Geen Marianne Thieme, Partij voor de Dieren of welke andere negatieve berichten over de (melk)veehouderij kunnen mij namelijk de passie voor de dieren ontnemen! Je bent blij met de geboorte van een kalf, maar ook met een koe die het goed doet. Of tevreden in de wei loopt te grazen. Of na veel zorg toch weer opknapt. Ik ben per slot niet voor niks dierenarts geworden. En op de boerderij kan ik helemaal mijn hart ophalen met alles wat er leeft, groeit en bloeit.
Daarmee wil ik niet zeggen dat ik alle kritiek op de veehouderij van de tafel wil vegen. Maar probeer vooral ook te blijven genieten van de positieve dingen, want die zijn er meer dan genoeg.